Samenwerkwijze Regio Oss

Regionaal channel

Vraag

22 februari 2021
Profielfoto van Dirk Duis
Wijkaanjager/kwartiermaker Proeftuin Ruwaard

“Terugkoppeling tafel 1 en 3”

Profielfoto van Oscar Boerboom
Wijkaanjager Maasdorpen en Geffen / GGZ verpleegkundig specialist BIG 29019345930

Tafel 3
Hierbij is volgens de structuur van evaluatie stil gestaan bij de fases in het proces.

Fase 1: Evaluatie betrof een casus waarbij de aanmelding is binnen gekomen bij partner Brabant Wonen via een overlastsituatie .

Fase 2: Er waren meerdere bemiddelingspogingen mislukt. Een woonvraag bleef over mede omdat bewoners veel fysieke ongemakken en beperkingen hadden die impact hadden op de woonsituatie. De oplossing diende een woonsituatie te worden die gelijkvloers wonen mogelijk maakte. De "Ik wil" fase is goed doorgesproken met betrokkenen. De gemeente is betrokken in de vorm van consulente. Ook een arts is daar bij ingeschakeld om niet over één nacht ijs te gaan.

Fase 3: Bepalen wie nodig is bij een MDO. Hulpverleners van een instantie die in het gezin werkzaam zijn, hebben geen rol ingenomen in de verkenning van de Samenwerkwijze. Zij hebben de casusregie niet genomen, vermoedelijk vanwege onbekendheid met de Samenwerkwijze. Hierdoor zijn Brabant Wonen en de Gemeente oplossingsgericht door gegaan met het zoeken naar oplossingen.

Fase 4: MDO plannen heeft niet plaats gevonden omdat betrokkenen al in het oplossingsgerichte werken aan de gang zijn gegaan.

Fase 5: MDO gesprek is in het proces al in de verkenning gedaan.

Fase 6; Rol hulpvrager tijdens het MDO: De "Ik kan" fase is nu niet ten volle uitgewerkt omdat er te snel gewerkt is aan de oplossing.

In de andere fases zijn er wel open gesprekken gevoerd met de burgers en is er actief gewerkt aan verwachtingen realistisch houden. Er hebben 4 tussentijdse evaluaties plaats gevonden. Alle beschikbare opties zijn op een rij gezet en besproken en afgewogen met elkaar.

Gaande de evaluatie van het proces wordt duidelijk dat er van tevoren meer aandacht had moeten zijn voor de casusregie en dat het voor de hand liggend is dat een hulpverlener die actief is in het gezin deze rol op zich neemt. Dit helpt anderen zuiver in hun rol te blijven en voorkomt dat je met twee petten op komt te zitten. dat kan onduidelijkheid veroorzaken.
Het kan er toe leiden dat andere betrokkenen in een spagaat terecht komen. Voor de burger is het duidelijker als de casusregie ligt bij een hulpverlener die hen het meest nabij is in het gezin en de burger het beste kent. Van daaruit kan het plan worden opgesteld met meer aandacht voor de " IK KAN " vaardigheden van de burger.